- Gegevens
-
Categorie: Gedichten
Winter valt in haar zachte armen,
schoon genoeg van sneeuw en ijs
laat hij zijn kille hart verwarmen
in de schoot van Lente, paradijs.
Daglicht wordt verleid te lengen.
Wolken neuriën in het grijs,
mogen verlossende tranen plengen,
Vorst gaat weer op wereldreis!
Aarde zucht, wil vroeg ontwaken.
Eerste sneeuwklokje, wit en teer,
buigt 't hoofd en weet te raken,
moedigt Voorjaar aan tot meer.
Daar komt Olieverf, de bode
al vrolijk dansend uit de kast.
Palet vol paarse, gele, rode,
“mooie kleuren,” zegt de kwast.
Veel moet er opeens gebeuren
elke Krokus, Tulp, Narcis
heeft de wereld op te fleuren,
voordat Paashaas er al is.
Knoppen barsten uit de voegen,
zon neemt toe in warmte-kracht.
Vrouwen poetsen, zweten, zwoegen
tot het huis blinkt in de nacht.
Wat een feest, de blaadjes komen!
Bloesem geurt in pracht en sier,
vogels nestelen in de bomen,
al wat leeft, gaat aan de zwier.
Kinderen stormen uit de klas,
liefde komt weer in de mensen.
Die eerste dagen zonder jas,
wat valt er nog meer te wensen?
Zon wil graag uw wangen zien,
troosten bij zorgen en verdrieten.
De wereld wordt mooier bovendien
als zij ook van u mag genieten!
Erna Molijn.