Wat is een Vensterschool?
Een Vensterschool is een bundeling van minstens één basisschool en verschillende andere instellingen in een wijk. Partners zijn bijvoorbeeld peuterspeelzalen, kinderopvang, sociaal-cultureel werk (buurthuizen), bibliotheken, volwasseneneducatie, sportverenigingen, de muziekschool, maatschappelijke dienstverlening enzovoort. Voorheen werkten die instellingen niet minder hard, maar allemaal los van elkaar. De Vensterschool brengt hun inspanningen bij elkaar en maakt er méér van.
De kracht van de Vensterschool
De deelnemende instellingen verplichten zich om steeds drie dingen in het vizier te houden:
- De Vensterschool is er voor alle kinderen van 0 tot 15 jaar.
- De ouders moeten zoveel mogelijk bij de Vensterschool worden betrokken.
- Er wordt gestreefd naar betere mogelijkheden om zorg en arbeid te combineren.
De kracht van het Vensterschoolconcept zit in de combinatie van enerzijds deze drie uitgangspunten met anderzijds de unieke invulling die in elke wijk aan de Vensterschool gegeven wordt.
Kloppend hart
De Vensterschool is meer dan een school. De Vensterschool is het kloppend hart van een wijk, waar van alles te beleven valt voor kinderen, hun ouders en andere wijkbewoners. De kinderen staan niet voor niets voorop in dat rijtje. De Vensterschool werkt aan nieuwe kansen voor alle kinderen in een wijk door belangrijke én leuke voorzieningen naar de kinderen toe te brengen. De peuterspeelzaal en de basisschool natuurlijk, maar ook andere dingen. Denk maar aan de spelen opvoedwinkel, het consultatiebureau, muzieklessen, de bibliotheek, sportlessen, kinderopvang, het buurtcentrum enzovoort.
Bundeling van krachten
Veel mensen denken dat de Vensterschool alleen een basisschool is. Dat is een misverstand. De Vensterschool is een bundeling van verschillende scholen en andere organisaties. Vroeger werkten zij allemaal los van elkaar in de wijk. De Vensterschool brengt hun inspanningen bij elkaar en maakt er méér van. De deelnemende scholen en organisaties werken aan een groot gezamenlijk aanbod van onderwijs, opvoeding, gezondheidszorg, sport, spel, muziek en ga zo maar door. Hun bestaande activiteiten vallen onder de Vensterschool, maar uit de samenwerking komen ook nieuwe activiteiten voort.
Samen kun je meer
Samenwerken schept nieuwe mogelijkheden. Een voorbeeld: kinderen die 's middags naar de naschoolse opvang gaan, mogen knutselen in het handenarbeidlokaal van de basisschool, spelletjes doen in het buurtcentrum, in een groepje naar de kinderwerktuin of naar zwemles. Afspraken daarover zijn binnen een Vensterschool makkelijk gemaakt. Samenwerken betekent ook: gebruik maken van elkaars ruimte. Docenten van de Stedelijke Muziekschool komen naar de kinderen toe in plaats van andersom. Zij verzorgen introductielessen op school. Schoollokalen en vergaderkamers kunnen 's avonds gebruikt worden voor cursussen en bijeenkomsten, bijvoorbeeld van de buurtvereniging of de schaakclub. Zo zijn er nog tal van voorbeelden te bedenken en de voorbeelden zullen er voor iedere Vensterschool anders uitzien.
Basisschool blijft eigen baas
De basisschool blijft eigen baas. De grondslag van een basisschool die deel uitmaakt van de Vensterschool blijft hetzelfde. De onderwijsprincipes blijven ook hetzelfde. Wat anders wordt, is een heleboel (leer)activiteiten erbij. Maar dat is voor kinderen en ouders een kwestie van mógen, niet van moeten.
Voor kinderen én volwassenen
De Vensterschool is er voor kinderen, hun ouders en andere wijkbewoners. De kinderen staan wél voorop. De Vensterschool richt zich allereerst op kinderen van nul tot vijftien jaar. Enthousiaste en betrokken ouders helpen hun kind vooruit. Ouders worden daarom uitgenodigd om mee te denken over de activiteiten van de Vensterschool. Dat kunnen activiteiten voor de kinderen zijn, maar ook bijvoorbeeld cursussen, opvoedingsondersteuning en volwasseneneducatie voor ouders en andere wijkbewoners.
Soms onder één dak, soms op meer adressen
De ideale Vensterschool zit in een of enkele gebouwen (campus) waarin behalve een basisschool ook de peuterspeelzaal, kinderopvang, de bibliotheek, het consultatiebureau, het buurtcentrum, huiswerkbegeleiding, volwasseneneducatie enzovoort een plaats hebben. In een aantal Groningse wijken is dat zo. Het kan ook heel goed anders. In de Oosterparkbuurt staat een mooi nieuw gebouw de allereerste Vensterschool terwijl ook bestaande panden op andere plekken in de wijk zijn gehandhaafd. Soms kiest een wijk om helemaal niet nieuw te bouwen, maar wordt er verbouwd en opgeknapt, zoals de Vensterschool Stadspark. In de wijk Lewenborg is zelfs een Vensterwijk, waaraan alle basisscholen in de wijk meedoen terwijl ze gewoon in hun eigen schoolgebouw blijven zitten. Samenwerken kan ook als je niet samenwoont!
Handig voor werkende ouders
Het mooiste zou zijn als iedere Vensterschool van vroeg tot laat open zou zijn. Niet dat de kinderen al die tijd in de schoolbankjes moeten zitten! Maar het is wél de bedoeling dat ouders die dat willen, hun kind dagelijks van acht tot zes bij de Vensterschool kunnen onderbrengen. Voor, tussen en na de gewone schooltijd is er opvang en begeleiding. Dan is er tijd voor muziek, sport, spel en huiswerk. Leuk voor de kinderen, handig voor werkende ouders. Zover is het nog niet overal, maar er zijn voor de kinderen al wel in elke Vensterschool allerlei activiteiten na schooltijd.
Uniek in elke wijk
De Vensterschool is geen standaardpakket. Scholen en andere organisaties kiezen zelf of ze willen meedoen aan de Vensterschool in hun wijk. Daarom is de Vensterschool in elke wijk weer anders. Elke Vensterschool is uniek. Bovendien is de samenwerking iets wat groeit. In de ene wijk wordt al veel langer gewerkt aan de Vensterschool dan in de andere wijk. De eerste Vensterscholen zijn in 1996 van start gegaan. Het gemeentebestuur van Groningen wil graag dat er op den duur in iedere wijk een Vensterschool ontstaat.
Samen onder één dak
Een gebouw, daar kun je niet omheen. Groningen beschikt inmiddels over een aantal mooie Vensterscholen. Toch mag niet vergeten worden dat de Vensterschool in de eerste plaats een samenwerkingsverband is. Dat de verschillende partners ‘samenwonen’ is voor het welslagen van een Vensterschool niet noodzakelijk al kan het zeker meerwaarde hebben. Sommige Groningse Vensterscholen huizen daadwerkelijk onder één dak, andere zitten op meerdere adressen.
Gezamenlijke huisvesting komt niet als allereerste onderwerp aan de orde in een wijk waar een Vensterschool wordt opgezet. Pas wanneer duidelijk is welke instellingen er in een bepaalde wijk aan de Vensterschool willen meedoen, kan bekeken worden wat de mogelijkheden voor een multifunctioneel gebouw zijn.
Wat hebben de partners in te brengen, wat zijn hun wensen? Op die vraag zijn in Groningen zeer diverse antwoorden gegeven: in de ene wijk staat een trots nieuw gebouw, elders zijn bestaande gebouwen aangepast, nog weer ergens anders zijn alle partners gewoon blijven zitten waar ze zaten: daar heet de samenwerking veelzeggend Vensterwijk.
Onderwijshuisvesting
Lammert van der Veen is als ambtenaar (hoofd Accomodatieplanning en Vastgoed) betrokken bij de voorbereiding van de nieuwbouw van verschillende Vensterscholen in Groningen. De Vensterschool is een concept maar als de gelegenheid zich voordoet om nieuw te bouwen, moet je dat als gemeente niet nalaten, vindt hij. Het antwoord op de vraag of er al dan niet nieuw gebouwd kan worden, begint bij de deelnemende basisschool of scholen. Gemeenten hebben sinds enkele jaren meer vrijheid om het geld dat zij voor onderwijshuisvesting ontvangen op basis van gemeentelijke regelgeving te besteden. Daardoor is maatwerk, afgestemd op de behoeften van een Vensterschoolaanpak, veel beter mogelijk. Staat de basisschool toch al op het lijstje voor een investering, dan is dat een mooi begin. Enig schuiven met tijdsplanning en prioriteiten kan helpen.
Voordeurdelen
Dan komen de overige gebruikers van een eventueel nieuw gebouw in beeld. Wat hebben zij aan financiering in te brengen? Wat willen ze graag? Het aardige van een Vensterschoolgebouw is niet alleen dat de nabijheid van de verschillende instellingen stimulerend werkt op elkaars activiteiten, maar ook dat het ‘voordeurdelen’ winst kan opleveren door het beschikbare geld bijelkaar te leggen. Elke instelling apart zou behalve zijn pure gebruiksruimte (in het geval van een school de lokalen) ook gangen, toiletten, onderhoudsruimtes enzovoort nodig hebben. In dat verschil tussen netto en bruto zit de marge daar kan samen nieuw bouwen de kans bieden om met hetzelfde geld extra voorzieningen te realiseren. Er is soms ook door de gemeente creatief gezocht naar financiering, want het zal duidelijk zijn dat niet alle instellingen op het juiste moment voldoende geld beschikbaar hebben om te investeren.
Program van eisen
Een concreet plan voor een gebouw begint met een programma van eisen, opgesteld in overleg met alle toekomstige gebruikers. Na wat schrappen en strepen ligt er een plan dat aan alle gebruikers tegemoetkomt en uiteraard ook voldoet aan de diverse (landelijke) normen die van toepassing zijn. Van der Veen benadrukt dat het belangrijk is om het program van eisen te laten vergezellen van een technisch programma waarin bijvoorbeeld wordt vastgelegd in welke ruimtes perse daglicht moet binnenkomen, hoeveel nagalm acceptabel is en hoe de energierekening verrekend kan worden. Dat is in Groningen in een aantal gevallen niet voldoende uitgewerkt, hetgeen later, in overleg met architect en gebruikers, tot improviseren dwong.
Beheer
Het beheer van een gebouw met zoveel verschillende gebruikers is een verhaal apart. Het is heel belangrijk om juist de alledaagse kleinigheden goed te regelen. Bijvoorbeeld of de kopjes wel worden afgewassen. Het is vervelend als je 's morgens een ruimte gebruikt en de afwas van de vorige avond staat er nog. Gebeurt het een tweede keer, dan baal je. Op dát soort dingen kan de samenwerking vastlopen. In de Vensterschool wordt daarom regelmatig overleg gepleegd met de conciërges en beheerders. Hoe loopt het met de schoonmaak, wie heeft een sleutel, is er voldoende menskracht? De locatiemanager probeer tte zorgen voor een sfeer dat mensen voor de dag komen met wat er niet lekker loopt. We moeten niet vergeten: een Vensterschool moet groeien, ook op dit heel concrete niveau.
Architect Hans van Beek van het Haagse architectenbureau Atelier PRO tekende voor het ontwerp van de Vensterschoollocatie op de driesprong van de wijken Selwerd, Paddepoel en Tuinwijk. Deze Vensterschoollocatie herbergt van alle totnogtoe in Groningen gerealiseerde nieuwbouw het grootste aantal verschillende gebruikers. Naast een openbare basisschool zitten er peuterspeelzalen, een buurthuis, kinderopvang en naschoolse opvang, een bibliotheek, het consultatiebureau, een zwembad en een sporthal. De verschillende ruimtes zijn rond een plein gegroepeerd. Het zwembad en de sporthal bevonden zich al op de gekozen locatie, de overige onderdelen zijn nieuw ontworpen op basis van het program van eisen.
Van Beek vertelt over de speciale aanpak die het ontwerpen van een gebouw voor zoveel verschillende gebruikers in zijn ogen vereist:‘De een vond het bij voorbaat leuk, de ander moest eraan wennen of was sceptisch. Het is fascinerend om die losse smeulende kooltjes bij elkaar te schuiven en nog eens extra op te warmen zodat er een vuurtje ontstaat
Niet alleen het uiteindelijke ontwerp is van belang. Het ontwerpproces is belangrijk voor de samenhang van de betrokkenen. Als het goed gaat, krijgt iedereen het gevoel dat er een leuk plan ontstaat. Dat enthousiasme werkt als bindmiddel dat het gesprek tussen de partners makkelijker maakt. Deze Vensterschoollocatie is een complex rondom een plein geworden waar alle onderdelen een afzonderlijke plek hebben. Die korreligheid, die kleinschaligheid, vind ik wel passen bij de kinderwereld. We hebben een soort kinderdorp willen maken.Het is niet alleen belangrijk dat we er zelf trots op zijn, maar dat alle afzonderlijke gebruikers het beschouwen als hun huis. Het spannendste deel komt natuurlijk nog: de manier waarop het gebouw gebruikt zal worden. Misschien gaat dat toch anders dan je bedoeld had, of er zijn dingen die tegenvallen. Het buurthuis heeft een buitendeur aan het plein, maar de ruimte is ook van binnenuit bereikbaar zodat bijvoorbeeld de school er iets kan doen op momenten dat er geen activiteiten van het buurthuis plaatsvinden. Gebruik je zo'n binnendeur echt, of wordt'ie letterlijk of figuurlijk dichtgetimmerd? Dát is het echte experiment.’